“Mijn schilderijen zijn een tour d’amour door kunstenland”
Mijn inspiratie vind ik tijdens mijn studie al vrij snel bij Jeff Koons, Andy Warhol, Frank Stella en tegenwoordig bij de Rus Andrei Roiter (ontheemding en hechting), de Amerikaan Will Cotton (Pin-up girls in de wolken met ijscoupes en glacélolly’s op hun hoofd), bloemstillevens uit de 17e eeuw, de Chinees Wei Wei (1,6 miljoen betonnen zonnebloempitten), en de Japanner Takashi Murakami (strip-art in Versailles).
‘Less is more’ is aan mij niet besteed. Ik ben gevoelig voor kitsch en melancholie.
Ik wil in de schurende, conflictbesprekende, conceptuele en soms moeilijk te doorgronden kunstcultuur een kitscherige tegenpool zijn.
Ik creëer een wereldje op doek zoals ik nu tegen het bestaan aankijk. Japanse Kokoshi’s (de westerse blik is naar het oosten gericht), mandorla lijsten zonder een heilige (ontkerkelijking van de lage landen), groeiende planten die alle kanten opgaan (nuchtere kijk van de Nederlanders op het leven is vertroebeld, iedereen meende tot voor kort dat alles kon), slagroomsoesjes en petitfours (weelde, rijkdom, overvloed) een vogel met de poot op de knip (of is het kapitaal al gevlogen?).
Mijn werk valt onder de noemer fantastisch realisme, ik wil in mijn werk realistisch schilderen maar ook een droomwereld creëren.
Jarenlang heb ik plaatjes van papier verzameld en in collages verwerkt.
Met internet is deze wereld nog veel groter geworden. Vanuit de collages ben ik gaan schilderen. Intussen heb ik een bedrijfje gestart voor sieraden, leren tassen, modeaccessoires en decoratieschilderen. Maar het schilderen blijft mijn hoofdpassie.